Afsluiting uit het boek T van Christiaan Rozenkruis

 

Wij stellen elkaar nu voor het slot van het boek T. van Christiaan Rozenkruis dat genoemd wordt in de Fama Fraternitatis: ‘Uit God worden wij geboren, in Jezus sterven wij, door de Heilige Geest worden wij wedergeboren’, en zijn allesverklarend begin: ‘Een zaadkorrel gezaaid in het hart van Jezus’.

Wanneer de rozenkruisersleerling zich gedompeld heeft in het goddelijke plan en iets van dit onweerstandelijke weten als een rots, als een petra, in hem staat opgericht, dan wéét hij  niet slechts met een intellectueel omvatten, een diplomakennis, een examenresultaat, maar met een innerlijk weten, een alomvattend weten, in en door zijn bloed: uit God zijn wij geboren! Uit Hem, door Hem en tot Hem zijn alle dingen!

Goddelijke plan uit God zijn wij geboren citaten spirituele teksten Jan van RijckenborghHier is niet slechts sprake van een verfijnd devoot belijden:  ‘God is groot’, maar het is die Machtige Onuitsprekelijke, die voor de leerling zich tevens openbaart in de majesteitelijke glorie, de verheven wijsheid, de kleurenmengeling van zijn wordingsplan. Dát is de goddelijke liefde onpersoonlijk beleven met de ziel, met het hart en met het verstand.

Wanneer de rozenkruisersleerling het mantram uitspreekt: uit God zijn wij geboren, dan weet hij dat het plan Gods, waarvan hij vermag iets te verstaan, hem een opdracht geeft; dat het plan Gods ván hem moet spreken, dat het in hem moet groeien en tot wasdom komen.

En daarom weet hij, dat hij Jezus, in wie de Christus zich openbaarde, moet volgen. Daarom weet hij in Jezus te moeten ondergaan, in Jezus te moeten sterven, te moeten volgen Hem, die in de gestalte des mensen komende, gehoorzaam werd tot in de dood, ja tot in de dood des kruises:
‘opdat eenmaal in de naam van Christus Jezus, zich alle knie zou buigen van hen, die in de hemel en die op de aarde en die onder de aarde zijn, en alle tong zal belijden: Christus Jezus is Heer tot verheerlijking van God de Vader!’

Zo verinnigt de leerling zich met zijn kruisgang door de nacht der tijden, om het licht Gods te bevestigen, omdat hij weet dat alleen op déze wijze, door déze offerande, de regeneratie, de wedergeboorte door de Heilige Geest, kan worden geopenbaard in het leven van mens en maatschappij.

En zo is de mens dus een zaadkorrel, een beginsel van wonderbaarlijk leven, zonder begin en zonder einde. Wij speuren de krachten, die in deze zaadkorrel, zijn ingevoerd, wij speuren zijn goddelijke Schepper, zijn roeping en zijn goddelijkheid. Een zaadkorrel, eenmaal, na openbaring, in staat om hongerigen te spijzigen. Welnu, wij zaaien deze zaadkorrel in het hartebloed van Jezus Christus; en het grote openbaringswonder neemt een aanvang:

Christiaan Rozenkruis, de volgeling van Christus, ontwikkelt zijn dynamische vermogens, de rozen, door zijn kruisgang in dienst van Goedheid,  Waarheid en Gerechtigheid; Christiaan Rozenkruis, geboortig uit het edele en doorluchtige geslacht Gods; door onverdroten arbeid en goddelijke openbaring toegelaten tot de meer dan koninklijke of zelfs keizerlijke schat, verzameld op zijn reizen door het werkelijke leven, en overgedragen op ons, zijn erfgenamen; die, meer dan honderd jaar oud, de indaling van zijn offer volbracht heeft, en geroepen is door de Geest Gods, alhier voor honderdtwintig jaren verborgen is gehouden en zijn zielebloed prijsgegeven heeft voor allen, aan allen.

De rozenkruiserswijsbegeerte: een zaadkorrel, gezaaid in het hart van Jezus, een zielekracht ontheven aan het Plan Gods, in Christus Jezus gestorven, een dynamische kracht geworden, een erfenis voor ons allen, in de regeneratie van de Heilige Geest. Dát bloed kome over ons en onze kinderen!

Bron: De Roep der Rozenkruisers Broederschap van Jan van Rijckenborgh